Tekenen
In het Centraal Museum in Utrecht is nu de tentoonstelling The Line Up, over tekenen sinds 1950. Van de pakweg 100 tekenaars die er te zien zijn, zijn er 2 striptekenaars, de onvermijdelijke Joost Swarte, natuurlijk, en Peter Pontiac. Ook De Kort en De Wit zijn geselecteerd, maar dan niet Hein en Peter, maar Paul en Hans. In Nederland blijft alles zoals het altijd al was. Terwijl in Amerika striptekenaars Pulitzer-prijzen winnen, in Frankrijk Le President een stripmuseum opent, een Iraanse striptekenares haar strips ziet worden verfilmd en een Oscar wint, worden strips hier ten lande nog altijd als inferieur gezien. En zelfs als er aandacht wordt besteed aan cartoons en/of strips, zoals Kees van Kooten onlangs deed in een boek over humor, ziet hij niet hoe ongelofelijk veel grappiger Mark Retera en Hein de Kort zijn, vergeleken bij de eeuwige Gummbah en Kama, omdat ze niet in de juiste krant staan.
Ik was onlangs voor het eerst op een NRC-feestje en daar kwamen diverse mensen verheugd op me af, omdat ze verbaasd waren dat ik nog leefde en vervolgens steevast vroegen of ik nog wat deed. Bij de vierde keer dezelfde vraag antwoorde ik kregelig ‘ja hoor, ik sta elke dag in een krant die twee keer zo groot is als die van jullie’.
Ik wens alle kunst-en anderzijds culturele ‘influencers’ vast voor 2019 een meer open mind toe.