Helden, maar niet in de detailhandel
Zojuist wandelde ik door code oranje(bleek zonnetje, mijn haar raakte inderdaad behoorlijk door de war door de wind)naar de gerenomeerde platenzaak Concerto in de Utrechtsestraat in Amsterdam. Steve van Zandt is er kind aan huis. hij heeft de nummers van de medewerkers in zijn telefoon staan, vertelde hij onlangs in de Volkskrant. Ik niet, en dat lieten ze me merken. Fan als ik ben van een andere Steve, Winwood, wilde ik na de juichende recensie in dezelfde Volkskrant van zijn laatste album, tot aanschaf overgaan. De medewerker wist niet echt waar ik het over had en moest het in de computer opzoeken. ‘Die staat in bestelling’, was de teleurstellende mededeling. ‘Wat betekent dat?’, vroeg ik. ‘Nou, dat ie er niet is en in bestelling is’. ‘Dat begrijp ik’, antwoorde ik, ‘ik bedoel, wat houdt dat in qua wanneer hij binnen komt?’ ‘Dat weet ik niet’, kreeg ik terug. Ik heb ‘m daarnet besteld bij bol.com. Ze wisten daar wel wanneer hij binnen is. Morgen, bij de Appie op de hoek.
Het is niet echt gek, dat online winkelen de detailhandel naar het winkelmuseum verdringt. Bij een andere gerenomeerde zaak, beddenwinkel Broring(umlaut op de o)in Buitenveldert, informeerden mevrouw de Jager en ik onlangs naar een dekbedovertrek. Jaren geleden hebben we bij de Conranshop in Londen een aantal dekbedovertrekken gekocht die ons zeer bevallen maar nu beginnen te slijten.. Aan de onderkant glad, aan de bovenkant van wat zwaarder wafeldoek, zodat het dekbed niet wegglijdt. We slapen er heerlijk onder. ‘Haha, ja dat was een jaar of tien geleden in de mode’, zei de medewerkster enigszins schamper, in de op ons na verder totaal uitgestorven enorme winkel. Punt. Dat was het. Geen alternatief, geen suggestie om iets anders te proberen wat in het assortiment aanwezig was. Mevrouw ging door met iets ongetwijfeld heel dringends administratiefs. De falliessementsaanvraag waarschijnlijk.
Onderstaande cartoon staat los van bovenstaande, de impact van de bekentenissen van de dopingarts van Leontien van Moorsel is groot. Ik heb het stuk in Volkskrant meteen zaterdagochtend bij verschijnen gelezen en had daarna een vieze smaak in mijn mond. Niet vanwege Leontien, maar vanwege die arts, die in Thailand woont in een huiskamer met uitsluitend dingen die met wielrennen te maken hebben, met als zijn grootste trots het shirt waarin de bekendste allereerste dopingzondaar Tommy Simpson is gestorven. Er klopt hier ergens iets niet, dat voel je aan je water.