Het Kalfje vrijdag 10 juni 2016
Het Kind heeft buitengym, ver van het centrum, helemaal tegen Amstelveen aan. Ik probeerde haar uit te leggen dat ze gewoon moet zorgen bij het Amstelhotel rechts van de Amstel uit te komen, en dan alsmaar langs de rivier naar Het Kalfje te fietsen, pal na het beeld van de schetsende Rembrandt, en dat haar gym daar vlak achter is. Ja,ja,ja, Pa, denkt Het Kind met haar oortjes al in, ik heb toch Google-maps, fossiel dat je d’r bent. Half uur later belt Het Kind dat ze niets meer herkent. Wat staat er op de naambordjes, welke wijk, vraag ik. Euhh, Zeeburg. Sjeezis. Zit ze zo’n beetje in Amsterdam-Noord. Dan ben je de Amstel toch al lang en breed overgestoken!? Helemaal niet. Oh, dan hebben ze hem zeker vannacht verplaatst. Moet nog een heel werk zijn geweest. Cynisme, wat heeft het voor zin, bij een puber. Ik geef haar aanwijzingen om terug naar de Amstel te komen, maar vertrouw het niet meer en spring zelf ook op de fiets. Telefonisch meldt ze even later, dat ze inmiddels rechts van de Amstel fietst en dat ze het nu wel weet. Voor de zekerheid fiets ik nu toch maar als een speer door, het is heerlijk weer en in vind het gewoon prachtig, nu ik vanochtend goede benen blijk te hebben, vlak achter mannen in gladde pakjes op racefietsen te fietsbellen, waarop ze standaard korzelig omkijken, en dan op mijn gazelle-damesfiets voorbij te scheuren. Kicks voor nicks. Bij begraafplaats Zorgvliet heb ik Het Kind ingehaald en ga naast haar fietsen. Het duurt drie volle minuten voor ze het door heeft, met die fokking oortjes in. Het Kind heeft wel het een en ander van me geleerd, qua attitude, en zegt alleen maar, hi pap, en blijft recht vooruit kijken, my kind of girl. Ik besluit bij het afscheid bij Het Kalfje, daar voor de terugreis lekker in het zonnetje een bakkie te doen. Nou mooi niet. Het etablisement ligt er schitterend bij in de ochtendzon, het terras aanlokkelijk aan het water, maar de tent is dicht. Horeca in Nederland op zijn smalst. Maar ik word wel opeens overvallen door een een kanjer van een Deja Vu.(accent op de e) Ik was niet veel ouder dan Het Kind, toen ik opeens voor het eerst werd geconfronteerd met befrafenissen. En allemaal op Zorgvliet. En allemaal met hetzelfde schitterende weer als vandaag. En net als Het Kind nu, had ik geen idee hoe lang het fietsen was van huis en waar het nou eigenlijk precies was, en was ik daarom veel te vroeg ter plekke. Dus een bakkie bij Het Kalfje, toen natuurlijk wel gewoon open. Daar gebeurde toen iets, wat niemand die ik het die dag vertelde wilde geloven, en wat ik niemand kwalijk kon nemen, want het WAS ongelofelijk, maar wat de volgende dag gelukkig uitgebreid werd bevestigd in De Telegraaf. Nauwelijks mijn kopje aan mijn mond gezet, komt opeens de toen zeer beroemde cabaretier Frans Halsema in tenniskleding de tent binnen rennen, roepend dat de politie, de brandweer en de ambulance moeten worden gebeld, want er drijft een auto midden in de Amstel, met een bestuurster er nog in. Ik kijk naar buiten en zie over de rivier met een noodgang een speedboot richting die auto varen, met twee enorm grote, lekkere wijven erin. Die springen zonder aarzelen in het water en bevrijden zeer vakkundig de vrouw uit haar DAF, en zwemmen haar naar de kant, terwijl de drenkeling IK WIL DOOD schreeuwt. Is het heel gek, dat niemand na de begrafenis, bij de koffie en de cake, mijn verhaal gelooft? Gelukkig stond er dus de volgende dag in de Telegraaf, hoe de vork in de steel zat, MET foto’s en al. Het was dus een heuse zelfmoordpoging. Dat de Telegraaf er foto’s van had, kwam omdat de fotograaf er was, vanwege opnamen voor een James Bond film. De grote lekkere wijven in de speedboot, waren stuntmannen die van veraf voor twee Bondgirls moesten doorgaan, en die hun werk meteen neerlegden en de vrouw gingen redden. Dat het Frans Halsema was die liet bellen was zuiver toeval, hij had niks met de film te maken en was daar gewoon op de sportvelden waar Het Kind nu haar gym had, aan het tennissen. Het punt is, ik heb later meer van dit soort dingen meegemaakt, schijnbaar vaker dan het anderen overkomt. Maar jammer genoeg is dan De Telegraaf in geen velden of wegen te zien, en word ik meewarig aangekeken. Ach, het is Gerrit, met zijn fantasie, en het is tenslotte zijn werk.