De Jager vrijdag 05 februari 2016

Ze vallen dit jaar als witjes, de rocksterren op leeftijd. Zelf ga ik ze ook nog gauw beluisteren, als ze nog in leven zijn, voordat het te laat is. Bekijken eigenlijk liever niet meer, het is soms een ontluisterende aanblik. Pete Townsend, die eruit ziet als de boekhouder die we hier bij de Doorzon-burelen af en toe inhuurden via bureau 65+. Hoewel ik hem in Londen heb gezien in de Roundhouse een paar jaar geleden, en daar kreeg iemand uit het publiek nog een ouderwetse ‘fuck you’ om de oren. Als er over een jaar of wat een Rockheaven bestaat, heb ik daar overigens toen al een voorproefje van gezien. Het was een ode aan de toen net overleden Traffic-drummer Jim Capaldi, en op het toneel stond in de basisband Bill Wyman te bassen, zat Jim Keltner te drummen, speelde Pete townsend gitaar en zaten Gary Brooks EN Steve Winwood achter de orgeltjes. Gasten waren onder meer Paul Weller, Joe Walsh en Youssuf Islam, aka Cat Stevens. Vorige maand ben ik helemaal naar Macon, Georgia gereisd om Gregg Allman te zien spelen in het dorp waar het voor The Allman Brothers allemaal begon, in de maar 900 plaatsen tellende Opera House. Toegegeven, ik kon meeliften met een KLM-vriend, anders had ik zoiets natuurlijk niet gedaan, maar wat was dit een mooi avontuur, nog afgezien van het werkelijk fabuleus intense concert in dat mini-zaaltje. Mustang gehuurd, roadtrip op weg naar Macon, langs plaatsen en namen die ik al 40 jaar uit de muziek uit dat gebied ken. Het dorp Juliette, waar Gone with the Wind is gedraaid, Lafayette Railroad, een nummer van Little Feat en dan Macon zelf natuurlijk, geboorteplaats van Otis Redding, die in 1967 overleed(Otis die dood is, zeiden we op de HBS altijd) en zijn management in wanhoop achterliet in dat dorp, met een eigen platenstudio, Capricorn Records. En toen waren daar opeens een paar bleekscheetjes, Gregg en Duane Allman,  in dat nog steeds voor 80% zwarte dorp, waarmee Otis’ manager het dan maar eens ging proberen. Soul was toch op zijn retour en Rock was hot. De rest is geschiedenis. The Allman Brothers werden in no time groot, Duane speelde de waanzinnige intro op Layla van Eric Clapton en reed zich vervolgens op zijn motor te pletter tegen een boom, net buiten Macon. Die muziek was de soundtrack van mijn middelbare schooltijd, en nu waren wij twee Amsterdamse jochies opeens DAAR, waar we destijds alleen maar over konden fantaseren. En om aan te geven hoe klein Macon is, toen we de Mustang in het dorp parkeerden, werden we meteen aangesproken door een gast met een enorme hoed, heel lang haar en een enorme baard, Kirk West, 22 jaar lang de tourmanager van Les Brers, zoals ze daar liefkozend worden genoemd. Even later hingen we in een enorme Marihuana-damp met een paar gasten uit de Gregg Allman band. Een week later vertelde ik mijn goeie ouwe uitgever Cees de Groot, die jarenlang Disney deed bij Sanoma, over Les Brers, toen er bij hem opeens een enorm kwartje op de grond donderde: Broer Konijn heet in Amerika Brer Rabbit. Is dat raadsel ook opgelost.laatste tour status quo